zaterdag 2 februari 2008


Ik lees net iets over geredde pitbulls in Amerika. Honden met uitzonderlijke kracht, trots en overlevingskracht, maar ook zo gevoelig en liefdevol. Ik lees over hoe deze honden worden gemarteld en leren te haten. Hoe ze worden doodgeslagen tegen de grond als ze niet hard genoeg vechten of worden gefolterd of doodgeschoten als ze niet winnen. Honden met diepe lidtekens, zowel op hun lichaam als op hun ziel. Niet bloeddorstig en agressief zoals velen denken, maar doodsbang en verward. En waarvoor? Ik kan me niet voorstellen dat het een goed gevoel geeft te kijken naar zulke mooie, pure, krachtige wezens die met angst in hun ogen letterlijk aan het vechten zijn voor hun leven.


Uit het artikel blijkt de veerkracht en sterke mentale kracht van deze honden. Hoe ze een tweede kans krijgen na een leven aan kettingen, slapen op koude betonnen vloeren en leven in voortdurende angst. Hoe ze voor het eerst in hun leven kennismaken met warmte en begrip, hoe ze hierdoor voorzichtig maar zeker opengaan, de glinstering in hun ogen terugkeert, de spanning uit hun lijf verdwijnt en ze zich vol vertrouwen overgeven aan de liefde van de nieuwe mensen in hun leven. Het beeld dat wordt geschetst is zo herkenbaar; hoe een van deze honden ontspannen met zijn rug leunt tegen de borst van zijn eigenaar en zijn grote hoofd op haar schouder laat rusten.


Mijn hart breekt als ik dit lees.


Ik kijk opzij naar dat prachtige hondje dat hier zo tevreden naast mij bij de kachel ligt. Dat kleine, krachtige, liefdevolle, gevoelige wezentje dat altijd even je aanraking zoekt. Dat met een schuldige blik in haar ogen naar haar mandje verdwijnt als ik mijn stem verhef, ook al is het niet tegen haar. Dat voorzichtig en troostend tegen me aan komt zitten als ik verdrietig ben. Dat zo vol overgave kan genieten van wandelen in het bos, van met een stout gezichtje druipend en zwart uit een diepe modderige plas stappen, van mij meeslepen naar elk beetje water dat we tegenkomen en onvermoeibaar zwemmen, van zich na dit alles rozig en voldaan overgeven aan een diepe slaap, terwijl ze al dromend zachte geluidjes maakt.

Ik kan het niet laten haar even op te pakken, ze leunt met een dromerige blik ontspannen met haar rug tegen mijn borst en legt haar hoofd tegen mijn schouder, en moet denken aan al aan al die hondjes die zijn net als zij, maar die moeten vechten voor hun leven.